Beleggers ABC
 
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z  

Deflatie
Situatie waarin het algemene prijspeil in een land daalt.

Deposito
Voor een bepaalde tijd aan de bank toevertrouwd geld.

Derivaten
Afgeleide producten, zoals opties, futures en termijncontracten. Het zijn verhandelbare rechten of plichten.

Devaluatie
Het naar beneden aanpassen van vaste wisselkoersen.

Disagio
Het negatieve verschil tussen de beurskoers en de nominale waarde bij uitgifte van een aandeel of een obligatie.

Dividend
Deel van de winst van een bedrijf dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd.

Dividendbewijs
Een officieel document op grond waarvan men aanspraak kan maken op dividend.

Dividendrendement
Het uitgekeerde dividend uitgedrukt in procenten van de koers van het aandeel.

DNB
De Nederlandsche Bank; centrale bank van Nederland.

Dow Jones-index
Belangrijkste graadmeter van de Amerikaanse Effectenbeurs (Wall Street, New York Stock Exchange, NYSE). Wordt samengesteld op basis van de koersen van dertig fondsen.

Dagorder
Order die alleen geldig is op de dag waarop hij verstrekt is. Het tegenovergestelde is een doorlopende order.

Defensieve waarden
Aandelen die het over het algemeen goed blijven doen, ook al gaat het economisch slecht(er).

Disconto
Het rentetarief dat commerciële banken moeten betalen aan de centrale bank als zij daar geld willen lenen. Banken gebruiken het discontopercentage als maatstaf voor kredieten die zij aan klanten verstrekken.

Dividendbelasting
Belastingtarief van 25% dat door het dividendbetalende bedrijf moet worden ingehouden op het uit te keren dividend en daarna aan de belastingdienst moet worden afgedragen.

Duration
Maatstaf voor de rentegevoeligheid van obligaties. Hoe langer de resterende looptijd, des te sterker obligatiekoersen reageren op een renteverandering en hoe hoger de duration. Vuistregel: stijgt of daalt de rente met 1%, dan flucturert de waarde van de obligatie met 1% maal de duration.