Beleggers ABC
 
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z  


In-the-money
1. Calloptie waarvan de uitoefenprijs lager is dan de koers van de onderliggende waarde.
2. Putoptie waarvan de uitoefenprijs hoger is dan de beurskoers van de onderliggende waarde.

Index
Een verhoudingsgetal dat wordt gebruikt om bepaalde ontwikkelingen simpel weer te geven. Zo zijn er indexcijfers voor de inflatie, voor de koersontwikkeling op een aandelenmarkt en voor het prijsniveau van grondstoffen.

Inflatie
Geldontwaarding. Situatie waarbij het algemene prijspeil een voortdurende stijging laat zien.

Insider-trading
Handel in effecten met voorkennis, hetgeen volgens de Nederlandse wet strafbaar is.

Institutionele belegger
Instellingen zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen die als nevenactiviteit het onder hun beheer vallende kapitaal beleggen.

Interimdividend
Tussentijds dividend.

Interventie
Ingreep op de geld- of valutamarkt door één of meer Centrale Banken om de koers van een valuta te steunen.

Intrinsieke waarde
Werkelijke waarde. Wordt van een aandeel berekend door de actuele waarde van alle bezittingen van een fonds of bedrijf te delen door het aantal uitstaande aandelen. Bij opties is de intrinsieke waarde het positieve verschil tussen de uitoefenprijs van een optie en de beurskoers van de onderliggende waarde.

Inverse rentestructuur
Situatie waarin de korte rente hoger is dan de lange rente. Zie ook omgekeerde rentestructuur.

IPO
Initial Public Offering. Beursintroductie.